©Judovereniging Riessen Oonderoet 2017-2019
Informatie
Hier vind je alles wat je maar wilt weten van Judo
Judoregels
1. Alleen zonder pijn is het fijn. Alles wat pijn kan doen is verboden
2. Stop is stop. Je moet direct stoppen als er wordt afgeklopt. Dat mag niet in het
gezicht, want….
3. Niet in het gezicht verplicht. Je mag niet met je handen of voeten in het gezicht
van de andere judoka komen.
4. Geen hoofd wordt geroofd. Je mag nooit alleen maar het hoofd vasthouden van een
ander.
5. Beter aaien dan klemmen of verdraaien. De grepen en worpen die het minst veilig
zijn, mag je alleen leren gebruiken als je al lang judoot of al 12 jaar bent. Daar zijn
speciale reglementen voor.
6. Judo doe je alleen op de judomat. Niet op straat dus.
7. Je moet schoon zijn en niets dragen of doen wat gevaarlijk kan zijn voor jezelf of
voor anderen.
Judo = respect!
Je speelt met elkaar en niet tegen elkaar. Je leert samen te ontdekken hoe je iemand
het best uit zijn evenwicht kunt brengen. Je leert samen hoe je zelf het best in
evenwicht kunt blijven of wat je moet doen als je (bijna) valt (= valbreken). Je leert
dat het leuk is met iedereen te oefenen: lang, klein, dik of dun. Je leert respect voor
elkaar te tonen.
Judobanden
Hoe meer je vooruit gaat bij judo, hoe donkerder gekleurd je band wordt. Dat
gebeurt natuurlijk niet zomaar, je moet daarvoor trainen en examens afleggen. Het
resultaat kun je bijvoorbeeld in je judopaspoort laten zetten. Dit paspoort krijg je als
je lid wordt van de Judo Bond Nederland (JBN).
Alleen als je resultaten van een examen in je paspoort staan, zijn ze geldig. Je kunt
ook kleine stukjes judoband behalen op een examen. Dat zijn judo-slippen. Op de
band wordt alleen de laatst behaalde slip gedragen.
De judoknoop:
1. Houd de band zo voor je buik, dat beide uiteinden rechts en links even lang zijn.
2. Breng beide uiteinden naar achteren om je rug en weer terug naar voren.
3. Kruis de uiteinden voor je buik links over rechts, het bovenste linker uiteinde gaat
nu onder beide windingen door
4. Beide uiteinden worden weer kruislings gelegd, maar nu rechts over links, en je
maakt een platte knoop. Beide uiteinden vallen nu mooi ieder naar een kant.
Wedstrijden
Voor je aan een wedstrijd begint, wordt afgesproken wie van de twee judoka’s de
witte of rode wedstrijdband over zijn judoband moet dragen. Bij (inter)nationale
wedstrijden wordt afgesproken wie van de twee een blauw pak moet dragen. Zo
kunnen de scheidsrechters en het publiek nog beter zien wie er een punt scoort.
Omdat een scorebord een witte en een rode (of blauwe) kant heeft, is het eenvoudig
te zien welke judoka er punten heeft behaald in een wedstrijd.
Een wedstrijd begint als de scheidsrechter hajime roept.
Mate betekent even stoppen.
Sore made betekent dat de wedstrijd is afgelopen.
Bij judo is het zo dat 1 grote score meer waard is dan heel veel kleinere scores.
Bijvoorbeeld: 1 waza-ari is meer waard dan 10 koka’s en 10 yuko’s. Je kunt dit
vergelijken met de regel dat 1 schilderij van Rembrandt veel meer waard is dan 100
schilderijen van Mark Huizinga.
Waza-ari = 7 judopunten
Ippon = 10 judopunten is de hoogste score die je kunt krijgen
Als een judoka ippon heeft gescoord, is de wedstrijd afgelopen
Judotaal
Misschien heb je de woorden al eens gehoord tijdens de training, maar hieronder kun
je opzoeken wat ze betekenen:
Do weg of principe
Ju soepel, mee- of toegeven (om te overwinnen)
Dojo
Wanneer je naar de judoles gaat, moet je je melden in de judozaal
Sensei
In de dojo vind je de sensei, dat is Japans voor judoleraar
Tatami
In de judozaal noem je de judomat een tatami
Zazan-zit
Met zijn allen in een lange rij netjes naast elkaar in een geknielde judozithouding
Rei
Voordat de les begint, gaat iedereen eerst groeten, meestal roept de judoleraar REI
(spreek uit als ree) en dan moet iedereen tegelijk groeten
Ritsu-rei
Staande judo-groet, je nodigt hierbij de andere judoka uit om met jou te gaan judoën
JudoGi
Judopak
Judovereniging
Riessen Oonderoet
Judobanden
Wedstrijd met een scheidsrechter en 2 judoka’s